Veel mensen die horen over mijn leven als fulltime homesitter of huisoppasser kijken met een mengeling van zowel verbazing als verrassing. De meesten blijken het concept nog niet te kennen. Maar zij zijn eigenlijk net zo verrast als ik. Want op de één of andere manier denkt mijn brein elke keer weer, dat veel mensen het concept inmiddels wel zullen kennen. Zo is er een grote wereldwijde community en zijn er veel huisdieren in Nederland. Wellicht staan we aan de vooravond van een trend en dat bied vele kansen!
Ikzelf heb trouwens nog een ambivalente relatie met het woord ‘oppasser’.…
‘Iets met een h’
En dan zijn er ook nog eens veel verschillende termen die gebruikt worden: huisoppasser, huisoppas, huizenoppasser, woningoppas(ser), housesitter en homesitter. Welke term ga je dan als bedrijf gebruiken in je communicatie? Ik vond dat best een lastige. Nou ja, eigenlijk ook weer niet. Mijn voorkeur ging uit naar een term die minder gebruikt lijkt te worden: homesitter.
Waarom homesitter?
Een woning is méér dan een huis (stapel stenen), het is een thuis waar je voor zorgt. Dus ‘home’ voelt beter dan ‘house’. Homesitter bekt ook lekkerder dan alle Nederlandse varianten. ‘Sitter’ is het Engelse woord voor ‘oppasser’ en oppasser vind ik eigenlijk niet zo’n fijn woord. Die negatieve associatie heb ik met ‘sitter’ niet. Haha! Gek hoe ons hoofd soms werkt, toch?
Een woning is méér dan een huis (stapel stenen), het is een thuis waar je voor zorgt.
Een term die nog niet zoveel gebruikt wordt (homesitter), is dat slim? Bijvoorbeeld voor je vindbaarheid op Google? En ga je dan naast homesitter ook nog andere termen gebruiken? Huisoppasser bijvoorbeeld? Allemaal vragen die ik mezelf heb gesteld in de startfase van mijn bedrijf. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om geen term te kiezen op basis van een strategie, maar op basis van gevoel. En dus vooral homesitter te gebruiken. Daarnaast zul je (af en toe) ook huisoppasser tegenkomen op de website. Ergens wilde ik ook trouw blijven aan de Nederlandse taal en aansluiten bij de taal die klanten (mogelijk) gebruiken.
Geen God maar banaan
Hierboven schreef ik al dat ik ‘oppasser’ niet zo’n fijn woord vind. Het is “maar” een woord en zegt natuurlijk nog niet zoveel. Behalve dat ík er een vervelende associatie bij heb. Net als dat velen mensen een negatieve associatie hebben met het woord God. Als degene die het woord God ooit heeft bedacht, geen God maar banaan had gekozen, dan hadden nu vele mensen een negatieve associatie met het woord banaan gehad. Oftewel: het gaat niet om het woord. Maar om onze gedachtes die horen bij het woord; gedachtes die vervolgens emoties oproepen.
Een ‘oppasser’ klinkt voor een deel van mij te simplistisch. Te eenvoudig en geestdodend. Alsof het een bijbaantje is
Oké, huisoppasser dus. Dat dekt voor mij sowieso op inhoudelijk niveau de lading niet. Want we doen veel méér dan alleen oppassen (topic voor een andere blog). Een ‘oppasser’ klinkt daarnaast voor een deel van mij te simplistisch. Te eenvoudig en geestdodend. Alsof het een bijbaantje is. Net als vroeger toen ik op kleine kinderen deed passen – wat toen helemaal prima was en noch saai of geestdodend. Vaak lagen de kids al op bed en hoefde ik alleen maar op de bank te zitten, tv te kijken en alle snacks op te eten. Het was relatief makkelijk geld verdienen.
Laatst las ik het Engelse woord ‘keeper’, wat ik een heel mooi en passend woord vind. Maar housekeeper of homekeeper, dan lijkt het alsof HOMY een schoonmaakbedrijf is. Met alle respect, maar dat klopt niet.
Maar het is niet alleen dat. Het gaat er ook om ‘dat het moet kloppen’. Dat het woord goed past bij de inhoud. Maar dat is tegelijkertijd het probleem met taal: taal is beperkend. Veel dingen (gevoelens, concepten) zijn niet goed in taal uit te drukken.
Too easy?
Huisoppas(ser). Het klinkt voor mij dus wat minderwaardig. Too easy.
Ik ken dat deel van mij. Dat deel heeft een oordeel op ’te makkelijk werk’ (weinig inhoudelijk of diepgaand, vooral praktisch). Niet voor een ander, maar voor mezelf. Dit deel vindt: “ik ben een intelligente vrouw en daar hoort bepaald werk bij”. Dit deel is gevoelig voor status en wat de buitenwereld vindt. Ik gok dat dit deel mijn ego is ;).
Dat deel heeft een oordeel op ’te makkelijk werk’ en vindt: “ik ben een intelligente vrouw en daar hoort bepaald werk bij”.
Maar wat hier ook bij hoort (ik zei het toch: een woord met veel lagen!): als volwassene op een relatief makkelijke en leuke manier geld verdienen, dat kan toch niet…?!
Maar is dit écht zo? Wie zegt dat dat niet kan? Of zijn dit eigenlijk oude aangeleerde overtuigingen?
Want ik vind het juist super inspirerend als mensen ervaren dat hun werk niet als werk voelt. Dat het werk hen relatief makkelijk af gaat. En dat ze (veel) geld verdienen met bijvoorbeeld 20 uur in de week werken. Waarom is het alleen toegestaan om (veel) geld te verdienen als we daar super hard – op wilskracht – voor werken? Nog zo’n belemmerende overtuiging die diep verankerd zit in velen van ons.
Mijn hoofd denkt dan: jaaa, maar die mensen doen iets wat alsnog best uitdagend, knap of bijzonder is.
Dat geldt voor homesitting niet.
Toch?
Wil je meer info of een kennismakingsgesprek plannen?
Ga voor Oppashuis naar: https://homyhomesitters.com/contact/
En voor Opruimhuis naar: Contact Opruimhuis – Homy