Godver, wie denk je wel dat je bent?! Jij zit hier met je decadente reet wijntjes weg te tikken en te twijfelen welk dessert je zult nemen. En in de tussentijd loop je te klagen, want “meneer wenst niet naar dakloze mensen te kijken”.

Ik zit op het terras van het toffe Bunk ho(s)tel in Amsterdam Noord en ben helemaal in mijn nopjes. Geniet van de laatste zonnestralen, het onder de mensen zijn, lekker eten en drinken. Eén van mijn geluksmomentjes deze week! Ik ben even “vrij” van homesitting en heb een nachtje in dit ho(s)tel geboekt. Het doet me denken aan mijn reis door de USA vorig jaar. Toen heb ik in Portland en Bingen voor het eerst in Bunk Rooms geslapen (https://thesocietyhotel.com/). Het liefst heb ik een privékamer, maar als het dan toch “moet” dan is een Bunk een prima (goedkoper!) alternatief.

“Ik wil hier rustig op het terras kunnen zitten, zonder dat ik geconfronteerd word met allemaal daklozen!”.

Drie andere gasten doen hun beklag bij het personeel over de mensen die zich rondom het hotel/ terras bevinden. Ik denk te horen dat er in de buurt van het hotel een daklozenopvang is. Persoonlijk vond ik het heel erg “meevallen”. Ik zie af te en toe wel wat mensen voorbij komen die – afgaand op uiterlijk en gedrag – in de bovenstaande categorie zouden kunnen vallen, maar slechts een enkeling blijft even staan. Eén vrouw loopt tussen de tafels door naar de andere kant en schreeuwt iets naar de mensen op het terras (joviaal en vriendelijk).

“Dit zou voor mij een reden zijn om niet terug te komen, hoe lekker het eten ook was”.

Wanneer de medewerkster de tafel verlaat, praat het drietal nog door over wat voor maatregelen het ho(s)tel zou kunnen nemen tegen “deze overlast”. De enige man van het gezelschap heeft de leiding over het gesprek, maar de vrouwen zijn het overduidelijk met hem eens.

Gesprek?

Ik krijg het warm en mijn hart begint sneller te kloppen. Ik voel wat boosheid opborrelen. Strijdvaardigheid. Ongeloof, door hun afkeuring en hardheid. In een split second is mijn gedachte: godver, wie denk je wel dat je bent?! Jij zit hier met je decadente reet wijntjes weg te tikken en te twijfelen welk dessert je zult nemen. En in de tussentijd loop je te klagen, want “meneer wenst niet naar dakloze mensen te kijken”.

Ik wilde een ander geluid laten horen, het gesprek aangaan. Ik ben benieuwd naar waar zijn uitspraken op gebaseerd zijn. Wat wordt er bij hem getriggerd door het zien van deze mensen? Welke gedachtes en gevoelens komen er omhoog?

En in mijn hoofd ben ik een openingszin aan het voorbereiden…

Maar de veroordeling en hardheid die hij laat zien, voel ik in eerste instantie richting hem. Waarmee ik dus eigenlijk hetzelfde doe als hij. Ik ben me hier bewust van. Het oordeel naar hem als persoon verzacht naar een oordeel over zijn gedrag. Ik voel ook compassie, want er zitten zoveel lagen achter het gedrag dat iemand laat zien. En net als de mensen waar hij zijn beklag over doet, is ook hij geen slecht mens. Hij is slechts mens (Guido Weijers). Hij heeft mogelijk ergens nog geen bewustzijn op en handelt hier vervolgens ook naar.

Hij is geen slecht mens. Hij is slechts mens” – Guido Weijers

Ik merk dat ik nog iets te hoog in mijn emotie zit om het gesprek aan te gaan. En bovendien voel ik ook enige angst (hoe zouden ze reageren?). Ik kan het gesprek nog niet met de juiste energie en intentie beginnen, dus ik kies ervoor om mijn mond te houden…

Stoeptent

Toen ik vorig jaar in de USA was heb ik ontzettend veel mensen gezien die op straat leven. Heel schrijnend en niet prettig om hier bijna dagelijks mee geconfronteerd te worden (zeker in grote steden als Portland en Seattle). Grote aantallen, hele tentenkampen naast de snelweg, koepeltentjes op de stoep tussen het winkelend publiek. Je ziet deze mensen overal liggen, zitten, staan. Met kleding of half naakt. Soms overduidelijk – mentaal – niet meer op deze wereld. Er is meer armoede en de armoede lijkt niet zo verborgen als in Nederland. De voorzieningen (bed-bad-brood, uitkeringen) zijn ook een stuk beperkter dan in Nederland. Het toppunt was een koepeltentje in een winkelstraat – 100 meter van de Louis Vuitton winkel – met een moeder en twee jonge meisjes. Die twee kinderen, dat was de druppel. Toen hield ik het niet meer droog.

Heel eerlijk: een paar jaar geleden zou ik me ook minder verbonden gevoeld hebben met mensen die op straat leven. Net als de man op het terras. Ik keek een beetje op ze neer, vond ze “minder” en zag ze vooral als een last. Dit is door verschillende redenen veranderd, onder andere: mijn eigen persoonlijke ontwikkeling, spiritualiteit en meer inzicht in de belevingswereld van deze mensen.

Niets is erger voor hen dan genegeerd te worden. Ook zij verdienen het om – letterlijk en figuurlijk – gezien te worden”

Dualiteit van het leven

Enige tijd geleden zag ik een tv-programma over dakloze mensen en dat heeft me meer inzicht gegeven over hun belevingswereld. Een jaar lang werd een koppel gevolgd, dat ongewild dakloos was geworden. Ze waren niet verslaafd en waren actief bezig om een woning te vinden, wat helaas erg moeilijk bleek te zijn. Schrijnend om te zien dat de verschillende organisaties (uitkeringsinstantie, woningbouw) hierin totaal niet afgestemd waren op elkaar.

Tegenwoordig probeer ik oogcontact te maken en zeg ze gedag, met een flinke glimlach uiteraard! Soms geef ik wat kleingeld of iets uit de supermarkt. Niets is erger voor hen dan genegeerd te worden. Dat mensen ze zien als lastig of uitschot. Óók zij verdienen het om – letterlijk en figuurlijk – gezien te worden. Desondanks moet ik bekennen: ik zou ze liever niet zie. Ik vind de confrontatie met mensen die zoveel leed ervaren erg moeilijk. Ik voel verdriet en onmacht. En enige angst. Bijvoorbeeld toen ik voor het eerst in de USA langs grote groepen dakloze mensen liep of die keren ’s avonds alleen over straat (ik ben overigens nooit in een nare situatie terecht gekomen daar!). Maar ook vanuit esthetisch oogpunt bekeken: eerlijk gezegd draagt het niet bij aan de schoonheid van het straatbeeld. Tegelijkertijd spiegelen ze ons ook de dualiteit van het leven. Hoe het ook kan gaan. De rauwheid en de pijn.

Van angst naar liefde

Maar ik voel ook liefde. Sympathie. Ik denk dan aan het feit dat we allemaal verbonden zijn met elkaar. Allemaal zielen in een lichaam met onze levenslessen, angsten, emoties, gedachten, patronen, overtuigingen, ongezond of destructief gedrag. En we kunnen bijdragen aan een mooiere wereld door ook deze mensen met respect en liefde te behandelen. Opeens realiseer ik me: ik heb net als deze mensen ook geen vaste woon,- of verblijfplaats! Geen eigen (huur)woning. Maar buiten dat zijn de verschillen tussen ons immens groot…

Door vanuit liefde en nieuwsgierigheid te kijken, ontstaat er ruimte. Verbinding. Creativiteit. Hoe tof zou het zijn als het hotel deze situatie aangrijpt om iets te kunnen betekenen voor deze mensen? (als ze dat nog niet doen). Bijvoorbeeld: eten dat weggegooid moet worden schenken aan de daklozenopvang. Of een diner organiseren. Ik stel voor dat de man op het terras dan benaderd wordt om als vrijwilliger mee te helpen! 😛 Of een weggeefkast maken, waarin buurtbewoners en hotelgasten spullen kunnen neerleggen (sigaretten zijn gewild heb ik gemerkt ;)), zodat de mensen zonder huis – not me of course! – deze kunnen pakken.

Mag ik je uitdagen om de eerstvolgende keer wanneer je een persoon ziet die (waarschijnlijk) dakloos is, hem of haar aan te kijken, oprecht te glimlachen en gedag te zeggen? Een kort praatje mag ook, maar laten we met kleine stapjes beginnen ;). Ik waarschuw je, als je dit vaker doet ga je je er steeds beter bij voelen!